Hij gaat van deur tot deur,
met in de ene hand een foto
van een kind in nood.
In zijn andere hand
heeft hij de spullen bij,
die hij verkoopt aan goede zielen.
Zijn gezicht draagt een masker,
zodat niemand zijn verdriet ziet
welke hij mee draagt in zijn gebroken hart.
De commentaar slikt hij in
als een zure appel waar je in bijt
om hem dan te verteren.
Maar bij iedere deur
waar een goed hart woont
wordt de smaak dragelijker.
's Avonds maakt hij de rekening.
Van hoe groot de hulp is geweest
voor dat kind in nood.
Goed dat er nog zoveel mensen zijn
die een goed hart hebben
en helpen zoda zijn arbeid niet nutteloos was.