In een grote weide vol stilte,
staren we naar de sterrenhemel
liggend in je armen.
de stilt breekt,
ik hoor je hart fluisteren,
fluistert je hart het zrlfde dan het mijne?
dat gene wat ik al zolang wil horen?
dan komt de zon,
de stralen stelen m'n lippen,
die jij streelt met jou lippen.
samen stoeien in die grote weide,
niemand die ons ziet,
behalve de sterrenhemel en de zon.