grashalmen wiegen mee met de wind
als zij kussend de zon bereiken
gevangen tussen de stralen
vliegen zij naar het hartenparadijs
fonkelende kaarsjes en sterretjes
geelrode avondzon
als engelen gedragen naar de hemelslapen zij in de wolken
en spelen met de takken van de bomen
wachtend op de dag
dansen zij met de maan
pure liefde vangt hen
terwijl zij proeven van elkaars lippen
donderslagen en bliksem
beschrijven hun begeerte
waarin hitte
hun zielen verbranden