Verdriet in de herfst(1)
Ik zit in het park voor me uit te staren,
terwijl ik me nog goed herinner hoe m'n moeder,
m'n vader, vrienden en vriendinnen me hielpen
dat groot verdriet te bedaren.
Ik zit te denken 'hoe is dit ooit zover kunnen komen'?
Bladeren vallen neer en een zacht herfstbriesje wiegt m'n haren heen en weer. Hoe moet ik nu verder?
Zal ik ooit kunnen toegeven dat jij nooit meer in m'n leven zal komen?
Weer word het koud en terwijl ik m'n jas dichter toe trek,
voel ik dat de zoveelste traan over m'n wang rolt.
Alles is dood, zo ook jij.
De ziekte heeft gewonnen en jij bent een nieuw leven in de hemel begonnen. het gevoel komt weer op' Onze vriendschap die door de zon smolt'.
Morgen zie ik je nog een laatste keer,
door een door tranen vertroebelde blik sla ik m'n oogleden neer en laat ik m'n tranen de vrije loop.
Ik voel me leeg, van een hechte vriendschap beroofd.
Maar onze vriendschap blijft in m'n hart bestaan,
dat beloofd.