Doorbroken cirkel
Dolend liep ik in een cirkel rond.
Huiverend, angstig, onwetend.
Dwalend, omdat ik de weg er doorheen niet meer vond.
Denkend, vragend, overwegend.
Niemand die mij op de juiste weg brengen kon.
Helpend, zeggend, wijzend.
Want die cirkel was reeds lang doorbroken toen ik aan de uitweg begon.
Wetend, voelend, begrijpend.