JIJ
Er bleef iets steken.
Je ogen namen afscheid
met de warmte
van je hand.
Ik treuzelde en zei gedag
maar miste iets.
Ik nam je mee,
dat hoorde niet.
Mijn werk deed ik
met jouw ogen.
Je handen
pakten alles aan.
Toen ik je zag,
een etmaal later,
was je voller
dan ik dacht.
Ik was merkwaardig leeg
die avond, nacht
dat ik weer bij je kwam.
Je maakte me compleet.
wil melker
26/12/2000