Er was eens een kleine steen
niets speciaals , een doodgewone steen.
Die steen had het best naar zijn zin.
Hij groeide, en er kwam een periode dat hij geschopt
en geslagen werd, ja vernederd zelfs.
Hij huilde van de pijn, barsten ontsierden hem.
Hij verhardde en had het moeilijk,
maar bleef in de toekomst geloven.
Beetje bij beetje heelden zijn wonden,
maar hij vond het geluk niet.
Daarom zocht hij de schaduw op,
daar verbleef hij meestal ,onopvallend.
Niemand die om hem gaf, tot op een nacht..
Een ster merkte hem op en riep "steen,kom eens in het licht"
Aarzelend rolde hij vooruit,verbaasd om zoveel aandacht.
Iedere nacht opnieuw kwam de ster met hem praten,
en ze konden het goed met elkaar vinden.
De ster zei hem: "jij bent een heel bijzondere steen"
De steen schitterde. Later zei ze: "je bent lief,hou van je"
Dit was de eerste keer dat iemand hem dat zei,
en hij werd blij, heel blij, gelukkig zelfs.
"Steentje, ik ga je doen openbarsten, zodat jouw glinsteringen in volle pracht kunnen schitteren " zei ze.
Hij begon te dromen en plannen te maken.
Maar op een dag, de steen was zich van geen kwaad bewust,
zei de ster: " ik wil je niet meer steen ".
Verdrietig rolde de steen zich naar beneden,
terug het donker in. Héél klein werd ie.
Daar ligt hij nu onder het stof,
wachtend tot iemand hem opmerkt.
Als je er voorbij wandelt, en je bent stil,
kan je hem horen roepen ....
" Hou van me "