Waar zijn ze :
Mijn bos is leeg vandaag ,
weg is ze ,die mooië fee.
Het lijkt wel een ongedierteplaag.
wie nam al dat mooië mee.
Kabauters zijn niet meer te vinden .
De elfjes zijn nu op de dool ,
ginds nog een paar schichtige hinden.
Waar is zij, aan wie ik mijn hart verloor.
Ik zie hier zelfs geen trollen meer,
wie heeft die lieve lomperts toch verjaagd
Dat bezorgd mij zoveel hartezeer,
wat heeft dat alles zo belaagd .
In de zomer zal ik naar het noorde varen,
daar zijn nog wouden ,reuzegroot .
Dan kom ik wel weer tot bedaren ,
en eet ik weer mee van hun elfenbrood .
Pramodah .