Door ons land van liefde
Door een oceaan als afstand,
de hartjes van ons twee,
al wandelend
in een gescheiden wereld.
Alzo leerde ik jou kennen.
Je stelde weinig vragen,
nam me zomaar mee,
op jouw grote vleugels,
op reis.
We vliegen boven alles uit,
veel hoger dan de grootste wolken,
ademloos genietend,
allebei.
Om nooit meer aan grond te komen,
om te leven in een droom,
zo mooi,
lekker genietend in de zon.
Ons hele leven lang.
(Goed genoeg om het aan haar te geven, mensen?)