Ik kon niet zeggen,
wat zo diep vanbinnen verborgen zat.
Ik kon niet zeggen,
welke gevoel er in mijn hart gevangen zat.
Ik kon niets zeggen,
omdat ik de moed niet had.
Ik kon niets zeggen,
omdat ik je niet kwijt wou raken.
Ik kon je niet laten weten,
hoe graag ik je wel zie.
Ik kon je niet laten weten,
hoeveel ik naar je verlang.
Ik kon mijn mond houden,
en jou proberen vergeten.
Ik kon mijn mond houden,
en nooit jouw gevoelens voor me weten.
Ik kon het niet vertellen,
maar toch heb ik de moed gevonden.
Ik kon het niet vertellen,
maar nu weet ik wat jij vanbinnen voelt.