Het is kil en koud in mij, waarom kan ik jou niet langer bekoren. Is de eens zo duurzame liefde dan toch voorbij?
Waarom heb je die krullebol in ons leven laten komen, met al zijn prietpraat en gevlei, ben je al in gedachten, naar hem toegevlogen.
Hij noemt jou wel "zijn prinsesje" welkom in mijn koninkrijk,maar bedenk wel, dat al wat blinkt geen goud is.
Ik beloof geen sprookjes en je weet wat je aan mij hebt ik hou zielsveel van jou.