Het heeft niet lang mogen duren, ze legt mij weer eens in de luren, die brief naar hem heeft mij weeral veel pijn gedaan. Ondanks haar beloftes is die kerel nooit ver weg geweest, en stuurt ze mij weeral op de lange baan, wat heb ik haar in gods naam toch misdaan. Alles vertroebelt in mijn geest. Ik kwijn weg van verdriet, maar ze doet of ze het niet ziet, waarom kan ik jou niet langer behagen, ik stel mij zovele vragen. Tranen lopen over me heen, juist zoals voorheen, beteken ik dan zo weinig in je leven. Ik draag jou op handen en voeten, waarom moet ik weeral boeten .