De reiger,
Satig staat hij aan de oeverkant, met zijn kleurijke vleugels opengespreid.
Hij staat er heel frapant, hij heeft alle tijd.
Met sierlijke bewegingen gaat zijn kop heen en weer, altijd op zoek naar meer.
Hij tuurt met zijn glinsterende oogjes het wateroppervlak af, op zoek naar een visje dat goudgeel glinsterd in het zonlicht, en als het even kan, niet één, of twee, maar een heel pak, geeft hij een graf.
Dan komt er plots ééntje in zijn zicht, dat het mijn troetelvisje is deert hem niet, een gastronomisch dineetje, dat is al wat hij ziet!
Met zijn scherpe snavel doorboort hij mijn visje, en maakt het dood, elke keer weer voel ik mij geslagen uit mijn lood!
Want ook al is het maar een vis, het is er elke keer weer ééntje dat ik mis!!!!!