Prinses der woestijnen
Handen gebonden, vingers verstrengeld
Lippen verzegeld, ogen verscholen
Slechts alleen kan zij horen
Luisterend naar het zand
Dat opwaait tot hoogtes
Van een overheersende woestijn
Lippen verdroogd, ogen tranend
Door de alles verzengende hitte
Staat zij daar en luistert
Niet meer voelend de pijn
Van het striemende zand
Schurend langs haar huid
Haar geest is helder
Als een zuivere ster
Aan de donkere hemel
Staat zij daar
Tot in lengte der dagen
Lilalisa