Wat heb ik meer dan bewondering
onbezonken kennis
ik reig hun woorden aan elkaar
en noem ze de mijne
ik zie ze gaan, ze kwijnen weg
de dag komt
heimwee naar stille nachten
met open ogen
vastgeklampt aan een bed
dat me eeuwig dragen zou
ik richt me op
zoek evenwicht
voor mijn besef
zie ik in de verte wat ik achterliet
het nu reeds onbereikbare
dat me eeuwig dragen zou