Ach, hou toch op, schreeuw ik uit allemacht,
alsjeblieft, ik hou van je, maar dat fluister ik zacht.
Je kijkt me aan, en draait boos weg,
en schreeuwt,"Als je denkt dat je gelijk hebt, dan heb je pech"
Ik ren naar boven, naar mijn teddybeer,
maar jij komt achter me aan, en kijkt minzaam op me neer.
"Wat, zal hij je redden?" Schreeuw je naar me met een beetje spot.
Je trekt hem uit mijn handen, en scheurt hem kapot.
Dan loop je weg, en ik zie je een tijdje niet meer,
maar dan kom je terug, en daar begint het weer.
Geschreeuw en gescheld, meer komt er niet uit,
Tot dat dat ene onzichtbare alarm ons terug fluit.
Ik loop zwijgend weg, en dult niemand om me heen,
en nu pas heb je in de gate dat ik het echt meen.
Een traan wegpinkend kijk je me aan.
Zielig, alsof iedereen je in de kou heeft laten staan.
Sorry, zeg je voor de duizendste keer,
en met een beetje berouw zeg je,"Ik doe het nooit meer".
Je hand komt weer iets dichter bij mijn gezicht,
en daardoor komt je gezicht iets in het licht.
Ik zie verschrokken ogen, met een waterige glans,
alsof ze willen vragen,"Geef me alsjeblieft nog een kans."
Hoe kan ik nu nog boos zijn, denk ik op mijn beurt,
hoe kan ik nu boos zijn, als ik zie hoe hij om zijn fouten treurt.
En ik geef je een knuffel, een knipoog en een zoen,
en ik zeg:"Als je belooft het nooit meer te doen."
Ik voel me weer prettig, en jij ook,
terwijl je eigenlijk wist, dat ik achter de waarheid wegdook.
Ooit zal het over zijn, dat weten we allebei,
maar tot die tijd,:älsjeblieft, blijf bij mij".
smascha