Dorp in een notedop.
De Burgemeester en de Zwerver staan er het vroegste op,
de boeren gaan naar hun land
de 'luierikken' naar de plantsoenen
de winkelbedienden zetten hun fiets in de stalling
de ambtenaren hun wagen op het parkeerterrein.
Een kleuter speelt voor het naar school gaan in het zand
een moeder maakt voor haar kinderen de rantsoenen
een meisje wordt naar het ziekenhuis gereden voor een bevalling
een enkele weemoedige schenkt zijn eerste glas wijn.
De Burgemeester en de Zwerver nemen beiden hun vaste post in,
De boeren tuffen naar huis en helpen snel een 'zwarte' klant
de 'luierikken' stampen het zand weg van onder hun schoenen
de winkelbedienden kijken of niet de nieuwe vuller is tot hun bevallen
de ambtenaren lopen naar de kantine waar de koffiegeur aanzwijmt.
Een kleuter speelt op het schoolplein in het zand
een moeder maakt de bedden op en gaat de meubels maar eens boenen
een meisje schreeuwd het uit maar ook haar twinkeloogjes blijven schallen
een enkele weemoedige staat voor het raam voor hij er weer verdwijnt.
De Burgemeester en de zwerver negeren elkaar op straat,
De boeren lezen voor het maal de avondkrant
de 'luierikken' schenken zich een biertje en gaan hun vrouwtje maar eens zoenen
de winkelbedienden hangen voor de t.v en zien de nieuwste dodentallen
de ambtenaren kijken als hun vrouw de kinderen in bed doet of het buurmeisje buiten verschijnt.
Een kleuter gaapt en legt zich neer met een speeltje in de hand
een moeder doet ijzerfolie om de over gebleven meloenen
een meisje ligt met de baby in haar armen lieve woordjes te lallen
een enkele weemoedige zwenkt naar de kroeg voor de dronkenschap verdwijnt.
En de Burgemeester en de Zwerver waken 't langst voor het slapen gaan...