Alsof alles vertraagt
en de wereld vervaagt,
het stappen loom en zwaar
en zo moe van ieder gebaar
als slapen zonder gapen
geen toeverlaat meer is!
Mijn geest doorwaadt het water van de zee,
ruisende golven in mijn oren voeren me mee
En zachtjes dwarrelt mijn lijf naar de bodem
als voer voor krabben en garnalen ontelbaar
krioelend verteer
zonder einde...