Toch pap, na ons gesprek,
Voel ik geen geluk.
Dat heb ik nooit meer echt gevoeld,
Jij maakte het namelijk stuk.
Ben een beetje in de war,
Het gesprek ging best goed.
Maar ik ben bang,
Dat je weer hetzelfde doet.
Mij achterlaten met vragen,
Wat heb ik fout gedaan?
Ik ben bang dat het weer gebeurt,
En dat kan ik niet meer aan.
Best moeilijk,
Voel me gevangen.
Maar toch blijf ik,
Naar je liefde verlangen.
Misschien omdat ik het vroeger heb gekend,
En nu toch best wel mis.
Nu is die liefde er niet meer,
Je zegt dat ik me vergis.
Maar je snapt niet dat ik het moeilijk heb,
Moeite om je te vertrouwen.
Moeite om je alles te zeggen,
En zelfs moeite om van je te houden.
Best gek,
Vader- dochterliefde is er toch altijd.
Maar als je alleen bent gelaten,
Raak je je vader- dochterliefde een beetje kwijt.
Ik deed mijn best,
Eerst zonder vader te leven.
Nu moet ik mijn best doen,
Om je liefde te geven.
Ben nog steeds in de war,
En ik weet niet wat ik wil.
En als ik dit je vertel,
Maakt het dan verschil?
Ik heb je lang gemist,
Ben er eindelijk een beetje overheen.
Maar nu vraag je me om van je te houden,
En dat vind ik best gemeen.
Jij bent weggegaan,
Hield je nog wel van mij?
Tuurlijk is je antwoord,
Maar waarom sta ik als laatste in de rij?
Nee, je zegt er is geen rij,
Maar ik voel dat.
En iedereen vooraan,
Heeft meer liefde gehad.
Je zegt wel; ik hou van je.
Maar je ging weg.
Toen moest ik alleen doorgaan,
Toen had ik even pech.
Want zij was toen belangrijk,
Toen die keer.
Toen je weg ging,
Maar dat weet je nu niet meer.
Pap ik moet even denken,
Zit hier best wel mee.
En als je vraagt kom je weer,
Moet ik zeggen: nee.
Ik zoek even mezelf,
En ik zoek geluk.
Ik zie je wel weer,
Maar zet geen druk.
Ik moet het in mijn eigen tempo doen,
Ook al klinkt dat raar.
Ik kan namelijk niet doen alsof,
Ik kom wel weer een keertje daar.
Michelle van Hal