We zijn zo vervormd geraakt.
Zo ver van de ware Weg afgeraakt.
Dat het Plan niet verder kan worden afgemaakt.
Vervreemd van de Bron.
De Bron waar alles ooit begon.
Vervreemd van ons Zelf.
Van wie we werkelijk Zijn.
Verblind door de uiterlijke schijn.
Verdringend die intense innerlijke pijn,
dat we uiteindelijk heel eenzaam zijn.
Verstrikt in onze verwarde gedachten.
Teleurgesteld door zoveel dat we verwachtte.
Het geluk dat ons eens zo zoet toelachte.
We hebben ons nu veilig afgeschermd.
Door muur en masker beschermd.
Hollend achter het leven aan.
Maar nooit eens een moment stilstaan.
Steeds maar verder, verder gaan.
Want het draait om de tijd.
En we hebben geen tijd.
Geen tijd om ons af te vragen,
waar deze weg naar toe leidt.
De maskers in een grimas.
En we lopen braaf in de pas.
Maar binnenin zeurt soms een stem,
ik wou dat alles anders was.
En de woorden blijven stromen.
Eindeloze zinnen aaneengebreid.
Maar weinigen willen tot zichzelf komen.
Want waar dat toe leidt......
We moeten sterk zijn.
Aktief in het leven staan.
Achter elke nieuwe modegril aangaan.
We moeten hooghouden de schijn.
Dus zeker niet onszelf zijn,
met alle weggedrukte pijn.
Ja, er is ons pijn gedaan.
Er zijn innerlijke wonden ontstaan.
Men heeft ons vaak als kind niet verstaan.
Daardoor zijn we van onze ware essentie weggegaan.
Maar iedereen is pijn gedaan.
Iedereen is niet begrepen.
Iedereen is achtergelaten.
Iedereen is in de steek gelaten.
Niemand is in zijn ware essentie gebleven.
Allemaal hebben we wie we werkelijk zijn, vergeten.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Kunnen we dan niet alles wat met ons gebeurd is vergeven?
Zodat verbinding gemaakt kan worden me het ware Leven.
Een nieuw Leven.
Realiserend dat de wereld niet de wereld is.
Maar weerspiegeling van onszelf is.
Dat we maken onze eigen duisternis.
Dat het geluk niet buiten ons te vinden is.
Dat we maken onze eigen gevangenis.
Dat in deze wereld eigenlijk geen Waarheid is.
Dat alles uiteindelijk verschil in energie is.
Dat je aantrekt wat je mist.
Dat je vergeten bent, wat je eens wist.
Dan is er geen verschuilen meer.
Dan weet je dat je je kop niet zomaar stoot,
keer op keer.
Dat je zelf veroorzaakt dat het leven gaat op en neer.
Dat er geen uiterlijke zekerheden zijn.
Een zeer pijnlijk doorzien van alle schijn.
Maar ook......
Het Weten dat we samen onderweg zijn.
Begrip en ruimte voor elkaars innerlijke pijn.
Al zal ieder zijn/haar weg moeten gaan,
we zullen werkelijk proberen elkaar te verstaan.
Al zal ieder zelf moeten doorzien de schijn, en zich
bevrijden van de innerlijke pijn,
we zullen mogen zijn, kwetsbaar en klein.
Samen naar Huis.
Naar ons ware Thuis.
Dat niet in deze wereld is.
Dat niet van deze wereld is.