mist en duisternis en koude
en vrolijkheid die me maar matig smaakt.
ik ben in deze maand iemand kwijtgeraakt.
van wie ik tot het eind toe heb gehouden.
de uren die ik bij haar heb gewaakt.
terwijl de dood in haar richting klauwde.
de kleine strohalm waar ik op vertroude.
totdat het sloperswerk was afgemaakt.
maart: ik zou graag opnieuw beginnen.
maar als mijn schone lei,
het lijkt te winnen.
dan mikt de regen tranen op de ruit.
de mist brengt de herinnering weer boven.
de koude kan de wonden niet verdoven.
het donker wist het oude beeld niet uit.