Als een buitenaards
ruimteschip
schieten mijn gevoelens
willekeurige woorden
tot grote verwarring
zo mooi kan een mens
nooit zijn
in de spiegel
zie ik de sporen
ontstaan en doorstaan
in verleden tijd
naar het onbekende zo
jij confronteerde mijn zwakte
met opbouwende energie
zodat de gruwel van spinsels
weer ontwart in helder blauw
geschreven regels
door de stralen van de zon
warmer dan zien
openen de ramen
verdwijnen de gordijnen
in een paradijs
van innerlijke bewustwording
voorbij de sporen
onaantastbaar
verdwijnt de nacht
tot eindeloze herhaling
zonder wachten
in het licht
dat bewustwording
mijn woning is.