zit 'n beetje te vervelen
kijkend in 't rond
weet niet met hoevelen
de ideeen op de grond
liggend in het zand
voor het oprapen klaar
vingerstrekkend vanuit m'n hand
een korte blik naar haar
kort rokje,boezemweelde
bedwelmend rode lippen
toen ze de hersens uitdeelde
ben ik achteraan gaan staan
kreeg ik de roze met witte stippen
begon al groen uit te slaan
je begrijpt hoe ik keek
kwijl in de hoek
van m'n mond
ogen op zoek
als een herdershond
tussen de brokstukken
van de openstaande blouse
het moet me toch eens lukken
focussen op een punt
de vruchten plukken
uitslaan de munt
van mijn ideeen op de grond
en te verwoorden mijn gedachten
te verbinden de mond
met de ultime krachten
die onstaan uit louter breingeklater