Ben van mijn leven beroofd.
Alles weg waa ik ooit in heb geloofd:
~Geloofde dat het wel beter zal gaan.~
~Geloofde dat het leven me wel aan zou staan.~
~Geloofde dat het ooit zal verdwijnen, mijn verdriet.~
~Geloofde dat maar het deed het niet.~
~Geloofde dat ik nie vervuld was met pijn.~
~Geloofde dat ik hier wou zijn.~
~Geloofde dat ik niet langer zou leven in haat.~
~Geloofde in dat er alles was behalve kwaad.~
~Ja, ik heb ooit in gelooft in het leven.~
~Maar das voorbij maar het was fijn voor even.~