Gedreven over meer en rivier,
Getogen in een bed van water,
Hemelsblauwe ogen verspreidde een licht,
Zodat de maan je een weg kan laten banen,
Door de onvoorspelbare wereld,
Je zwom over de zeven zeeën,
Beklom iedere waterval en dankte de maan,
Plukte haar sterren in het ranke water,
En dronk van haar altijd levende bron,
Alsof ze de bron was van liefde,
Zo dreef je af in je dromen,
Bezocht stille plekken en kuste verlate gronden,
Die zo de kleur van je liefde aannamen,
Je zong vergeten liederen,
Waarvan niemand de klanken ooit zou kunnen horen,
En je sprak met de het geluid van de stilte,
Je waadde door de zee van sterren
Stierf op de plek waar de maan zich aftekende,
En zwom zo iedere avond tussen de sterren,
Naar de maan die je zacht kuste,
En je bezichtigde de wereld,
Keek naar het vergeten blauw water,
Sloot je ogen en zwom naar de toekomst,