Die enkele ogenblikken,
meestal de belangrijkste
zijn deze die dikwijls onze toekomst
moeten onthullen.
Je kondigt ze me nooit aan.
Je laat ze me ontdekken,
voorspeld door tekens
die je laat ontsnappen,
heimelijk,
aan mijn aandacht gebonden.
Aan mij om de bedoeling en de zin
ervan weer samen te stellen.
Het is jouw manier
om voor mij
een theater op te voeren,
waarin je voor mij een rol bedacht hebt.
Die van ontdekker,
die in het diepst van je hart
zoekt naar de zin van je leven,
van ons leven.
Je dwingt me nooit tot iets,
je vraagt me zelfs nooit
om deel te nemen
aan het verstrijken van jouw dagen.
Je voed me met de restjes van een misschien,
zoals men op het gras van de hoop
restjes gooit om de wanhoop te voederen.
Alzo stel ik je leven weer samen,
het leven dat jij leeft
dat je voor jezelf klaarzet.
En ik vind in dit komen en gaan
van ontdekkingen, niet altijd de echte zin,
de zin van jij en ik.