Op de grond
Op de aarde
In het zand
van een oneindige woestijn
verschrompel ik
ik droog uit
al mijn tranen worden naar buiten geperst
de boom drinkt mijn zout
als ik denk aan warmte
als ik denk aan gelach
ben
jij
het
jij bent
het
jij bent het nog wel
je bent er niet meer
ik ken je (niet) goed
al sinds de eeuwigheid
na een lange oorlog
tegen de opslokkende
verwoestende ziekte
heb je je ogen gesloten
en heb je ziel laten gaan
je lichaam in duizend sterretjes
is nu een bloem
even mooi als
jij