kasteel op een wolk,
Tussen roze mistbanken in,
Waar de zon en maar herenigd zijn,
Een plek waar sterren helder zijn,
En waar de wind met kleuren zingt,
Vol kinderen, voor ieder een paradijs,
Geen tijd voor nadenken of treuren,
Alleen leven en plezier maken,
Staan daar op het menu,
Uitgestrekte zee omringt mijn kasteel,
Zodat ze alleen betreden kan worden,
Door engelen die hun vleugels spreiden,
En alleen gezien kan worden,
Door degene die met zijn hart leeft,
Degene die dromen de kost geeft,
En s’avonds als de zon zich laat zakken,
Verspreidden de sterren zich over mijn zee,
Dan schaatsen we in onze gedachtes,
Over honderden fonkelende lichtjes,
En dansen we met het lied van de wind,
Dan snoepen we van de suikerspinnen,
Die zich vestigen in mijn levendige tuin,
Ruiken aan de geurende gouden bloemen,
En slingeren aan de eeuwige lianen,
En vallen in een bed van zachte rozenblaadjes
Je wordt beschermd door liefde,
Geen monsters onder je bed of spoken in je kast,
Allemaal levend van 1 hart,
Allemaal ademend in dezelfde droom,
Maak me niet wakker…