Maak van mij een sneeuwende tuin om te planten
Witte jasmijn en de theeroos wordt wit.
Voller geluid komt vanuit binnenkanten,
Zoals de vrucht in de pit.
Maak van mij twee kameleons zonder ogen:
Groen gokte hij en hij streelde mijn buik,
Die ik dieprood naar hem toe had gebogen,
Waarna iets mooiers ontluikt.
Maak van mij een lichtkathedraal in een kistje.
Open het elleke ochtend en hoor
Hoe zich daarbinnen een meerstemmig misje
Opent om wat het verloor.
Maak van mij hetzelfde maar ijzeren meisje.
Breng mij met krachtige vuistslagen groot;
Breng mij wat troost of een slim toverwijsje,
Want in dit lijf ga ik dood.