daar zat je tegenover me
keek me doordringend aan
vroeg me van die vragen
die helemaal niemand aangaan
ik sloeg mijn ogen neer
jouw blik op me gericht
wist niet wat ik moest zeggen
mijn mond die klapte dicht
en toen kwam die vraag
waarvan je dacht dat hij geniaal was
en toen kwam die plaag
waarvan je dacht dat hij normaal was
ik schreeuwde nee en nog eens nee
dat is me niet gebeurd
je zei je mag het best zeggen hoor
wat je zegt word niet afgekeurd
Ik schreeuwde nee en nog eens nee
waarom geloof je me niet
je zei je hoeft je niet te schamen
wij veroordelen je niet
ik klapte weer dicht
en snikte
sloeg me armen om me heen
wist niet wat ik zeggen moest
vond je zo gemeen
in mijn dossier staat nu een leugen
over wat met me is gebeurd
omdat je denkt dat je zo geniaal ben
dat je weet waarom ik zo heb getreurd
het antwoord op je vraag is nee
hij heeft me niet verkracht
het enige wat hij heeft gedaan
is misschien niet wat je verwacht
hij heeft me verrot geslagen
tot wanhoopsdaden gedreven
maar het belangrijkste wat je moet weten is
ik kan het hem niet vergeven