Maneschijn, in de nacht zo alleen
Prachtig, maar toch gemeen
Het verraad een rover in de nacht
Ze vluchten met al hun kracht
Sterren kan ik ook zien
Soms geen, soms meer dan tien
De wind doet alles bewegen
Ze blaast weg de regen
De regen verbergt al de pracht
Die ons nu heeft in zijn macht