Een kind,
dat huilt,
en bang,
in de armen van zijn moeder schuilt.
Ze stelt hem even gerust,
als ze zachtjes zijn tere wang kust.
Buiten in de donkere nacht,
gaat de eindeloos strijd hevig voort,
het geschreeuw van schoten is al,
wat men hoort.
Het blijkt nooit te stoppen,
altijd verdergaan,
de strijd tussen haat en liefde,
die niet lijkt voorbij te gaan.
Een moeder
met een kind in haar armen,
hem in deze donkere tijd
liefdevol probeert te verwarmen,
De wanhoop komt steeds dichterbij,
ze krijgt het benauwd,
maar ze vecht zich telkens weer vrij,
want het is de tijd niet,
die haar in zijn greep houdt...