Staan aan een rand.
Kijkend in het zwarte gat waar jij net in ben gevallen.
Te te diep om je aan mijn vast te klampen
en te donker om iets anders te pakken als steun.
Twijvelen aan een rand.
Niet wetend op jij nog wel terug kon hier noast mij
of dat ik je voor altijd aan het verliezen ben.
Hopen op een leven met of zonder jou.
Schommeld aan een rand.
wachten op het moment.
dat mijn lichaam kiest voor of mee gaan in jou eindeloze val
of jou laten gaan.
Stervend aan een rand.
Wetend dat welke keuze ik ook maak niet de juiste is.
Niet voor jou, want kan jij wel gelukkig zijn met iemnd die zo veel van je weet.
En niet voor mij want hoe dan ook ik sterf, of door zo ver te vallen met jou tot we de bodem raken met geweld,
of door het niet kunnen leven zonder jou.
Kwaad aan een rand.
Haat tegen de wereld, de mensheid.
Maar nog het meest haat ik het lot.
het lot dat mij vertelde dat ik bij jou hoor.
helemaal nu dat jij het zo moeilijk heb, kan ik me niet van je afkeren.
ook al is dat mij redding.
butana