Zwart en duister is de kille woede
briesend spuwt ze in mijn binnenste
door demonen ingefluisterd
raak ik aan mijn pijn gekluisterd
in de gesloten kerker van mijn ziel.
Een onzichtbaar litteken
kleurt de wanden
in mijn ziel zwarter dan de donkerste nacht
scherp is de pijn die onverwacht
toeslaat en me opnieuw raakt.
Gewetenloos zijn de beelden
die me dwingen opnieuw te ervaren
de scherpe pijn
niet mogen zijn
verscholen in de kerker van mijn ziel.