______
"Alles heeft een naam"
Laat in de avond zet ik me neer en overdenk mijn dag
de dingen die geweest, de dingen die gebeurden
de dingen die ik deed, die ik aankeek en ik zag
de dingen die zo rustvol, de sferen van in de tijd mij sleuren.
Laat in de avond als ik gegeten heb genoeg, gepraat heb teveel
als de t.v stopt met tevredenheid te brengen en schreeuwt
laat in de avond als ik denk niet meer aan moeten of beveel
als de radio geen muziek meer maar golven geeuwt.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, voorbij gegaan zo snel
ik zie de gezichten tijdens werk en hoe ik de handeling verricht
ik hervoel de omvang van de vrede vergroten en verminderen de knel
ik voel de koelte van de wind als ik buitentreed in het namiddaglicht.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, zoals zo vaak bedrijvig in de weer
ik zie mij boodschappen doen en hoor een bekende roepen van op zijn fiets
ik zie de boter die ik beetpak en de vrouw van veertig in het leer
ik zie alles om me glimmen, alles kleur en dat ik denk aan niets.
Ik overdenk waarom ik niet aan het zingen ben gegaan
ik zie de dagen niet vaak zo helder, niet vaak ben ik zo blij gegaan
ik heb vele keren kwader daar gestaan, wachtend in de rij, in loos bestaan
vrolijk zong de avondzon mij toe en ik fietste windmee de straat door...
Maar alles heeft een naam, o mijn arme wereld
alles heeft een naam, alleen de stilte, de stilte niet.
---
Laat in de avond zet ik me neer en overdenk mijn dag
de zaakjes die geweest, de zaakjes die wel moesten gebeuren
de zaakjes die ik deed of die ik naliet uit beklach
de zaakjes zo rustvol en sfeervol, van in de tijd mij sleuren.
Laat in de avond als ik ging naar de w.c de verlichtende laatste keer
als ik mijn kleren uittrok en legde mij in bed
laat in de avond als ik denk niet te moeten trekken nog van leer
als de lamp net uit is en de ogen kijken naar het donker nauwgelet.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, voorbij gegaan opnieuw
ik zie de auto voor me die niet wil stoppen en hoe ik rem
ik zie de vrouw-van-omvang die kwaad kijkt en zegt; 'Watblief?!'
ik voel de warmte van mijn flat als ik binnentreed in mijn klamme hemd.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, zoals het hoort in lijnen uitgezet
ik zie mijn lichaam als ik douche en de vuiligheid verwijder
ik zie hoe rood ik word en hoe de spiegel bewazemd en het zicht belet
ik zie het water stromen, klaterend, en hoe ik staar en wordt dan alsmaar kleiner.
Ik overdenk wat mij belette vreedzaam ermee weg te gaan
ik zie de (droom)waas die ging weer, plotseling, en hoe ik in de kou daar heb gestaan
mij afdroogde zacht maar schurend en hoe ik de kleren aantrok om snel weer te bestaan
ik zakte weg onder de lamp aan tafel, van besef echter geen spoor...
Want alles heeft een naam, o mijn arme wereld
alles heeft een naam, alleen de stilte, de stilte niet.
---
Laat in de avond zet ik me neer en overdenk mijn dag
de vrede die dan gekomen is, de vrede niet langer te gebeuren
de vrede die ik heb dan, die ik hebben kan zo zacht
zo vredig is de waze; van in de tijd verfleuren.
Laat in de avond als ik heb gehad nog enkel vlagen slechts van tijd
als de loomte te groots kleeft aan elk object
laat in de avond als ik niet meer denk in termen van geluk of spijt
als zwaar word de gedachte en verre van reden of respect.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, voorbij gegaan natuurlijk
ik voorzie de muren van de ochtend en voorvoel de koffie kloppen aan mijn maag
ik zie de gordijnen die ik opendoe en mijn eerste verknepen blik
ik zie de kilte waar ik dan weer door moet, met een logica zonder vraag.
Ik overdenk mijn dag die is geweest, veel vindend, maar niets om op te bouwen
ik zie mij 'klokken' en de stempel die aangeeft op tijd te zijn gekomen
ik zie hoe ik mij neerzet te kantine waar men elkaar toelacht vol vertrouwen
ik zie de deuren achter mij sluiten als we naar het lawaai van de machine's lopen...ALS WE NAAR HET LAWAAI VAN DE MACHINE'S TOELOPEN (!!.....)
en alles heeft een naam, o mijn arme wereld
alles heeft een naam, alleen de stilte, de stilte niet.
_______