Zij,
op kousenvoeten
de trap af,
omslachtig de
twee voorlaatste
treden ontwijken
want ze weet...
behoedzaam met de schoenen
in haar hand teen na teen
vochtige plekken op
het marmer die na
enkele seconden
wegsmelten
bondgenootschap met de nacht
zacht bijeen gebracht
onder een donkere lap
gehuld in duisternis
waarna een klap
verraad dat achter haar
een vaas met lampenkap
valt.
Hartslag in het ijle
ademstilte in afwachting
van wat komen gaat,
eerst onzeker de spanning
wegwerken en dan
verder stap na stap harder,
sneller wandelen met
links van haar
twee treden
en gekraak.
^__^