opschieten 4 Koos.
Koos loopt verkramt door de kou, door de regen
Joost en Simon kijken hem bedenkelijk na
-'Snotneuzen'; dacht hij, 'waar kijken jullie naar?!'
het is avond, zo rond een uur of zeven.
Koos loopt naar waar hij wordt verwacht; het plein
-'Die snotneuzen denken toch niet na,
ze leven gewoon naar hun ouders zuur gebla'.
Koos wenst zich dat Freekje nooit zo zal zijn.
Hij stapt het cafe binnen waar ook Pieter zit
Schamele Harrie kijkt wat door zijn gele pint
Harrie is oud, de dagen zijn hem goed gezind
nu hij gepensioneerd is en aan het eind van zijn rit.
-'Dag Piotter, jongen, alles goed?'
hij klopt hem op de schouder en Pieter lacht terug
dan zet hij zich langs hem op de kruk
-'Meneer de Barman! dat je mij maar hetzelfde doet'.
Pieter verteld over de valpartij van gisteren
Koos vraagt of hij verder goed thuis kwam
-'Joh! ik kreeg me van die teef toch een ram!'
Koos en de barman deden alsof ze dat niet al wisten.
Van tussen het spleetje in zijn dikke oog keek hij door
naar de muur en uit zijn mond kwam; -'Ach,
ik ben al blij dat ik vanavond toch mag'.
Koos lacht, maar van blijdschap is geen spoor.
-'Of je nog werk zoekt?... vraagt de barman
-'Eigenlijk wel ja, maar waar! en jeetje, wat!?
ik heb ze zo'n beetje allemaal al gehad'.
-'Die neef van mij zoekt nog iemand', zegt de barman.
-'Ja, die bul zeker, nee, laat maar mooi hangen
ik vind het prima zo, of hoor je mij klagen?
tis m'n wijf he, dat me maar blijft vragen
pff, man, die blíjft me maar stangen!'
-'Doe nog maar een pint, en Pieter ook een...
zolang ik wat rond kan lopen ben ik tevree
de rest zit ik echt niet mee
tis alleen Freekje, weet je? arme Freekje alleen'.
-'Die moet toch ook eens nieuwe schoenen en een broek
man, breek me de bek niet open!
nu wil hij weer dat ik iets van de lego ga kopen
die kinderen, jongen, echt een vloek!'
Pieter kijkt hem aan, zo stil en zo berispend
-'Je moet nou niet gaan lullen, Ko,
zonder dat kind krepeerde je zo...'
ook de barman keek hem aan, zij allen wisten 't.
-'Ja, mijn Freekje, 't is zo'n heerlijk knul
iets in hem begrijpt me ook best goed
maarja, groeien ofdat tie doet
enlego-dit en astronaut-worden-dat en maar geen geduld...'.
-'Ach'; zeggen Pieter en de barman ineens zo tegenlijk
Harrie hing met zijn hoofd op zijn armen en snurkte zacht
-'Ach', zo diep dat er een triest begrip uit blijkt
en hoog boven hen hing de maan omneveld, de gehele nacht.
-'Ach', en de glazen werden maar weer gevuld.
_____