Je stond daar zo alleen
Waar keek je naar toen ik je zag?
Je stond daar zo alleen.
Vanwaar die donk’re blik, die kille lach?
Je bént toch niet alleen?
Wat deed je toen daar op die weg?
Je stond daar zo alleen.
Vanwaar die tranenstroom, die domme pech?
Je bént toch niet alleen?
Hoe stond je daar toen op dat pad?
Je stond daar zo alleen.
Vanwaar die eenzaamheid, je wangen nat?
Je bént toch niet alleen?
Je bent mij dierbaar, lieve vriend
Je stond daar zo alleen.
Vanwaar dan zo alleen, zo onverdiend?
Je bént toch niet alleen?
Jij was er toch ook steeds voor mij?
En stond ik ooit alleen?
Ik wil er zijn voor jou, steeds zij aan zij.
Ik laat je niet alleen
Ik wil je helpen kameraad,
Je stond daar zo alleen.
Ik wil er zijn voor jou, mijn hart paraat.
Ik laat je nooit alleen.