Met jou wil ik zweven,
door de kring van mijn leven.
Door onze fantasie,
net als ik je zie.
En zen ogen zo blauw groen bruin grijs,
net alsof ze zeggen ik geef je een prijs,
een prijs van goedheid hou ze bij,
dan denk je steeds terug aan mij.
Ga met mij mee naar parijs,
ga met me mee naar mijn droompaleis.
Naar mijn mijn wereld vol goed,
naar mijn wereld vol haat,
maar op jou ben ik nooit kwaad.
Maar je moet niet alles geloven wat een jongen aan je zegt,
want ook hij kan liegen tot je er voor vecht.
Want op een dag op kwam er een meisje zo truttig maar schoon,
hij gaf haar een ijsje voor haar had HIJ een boon
Hij maakte het uit ik had veel verdriet,
zoveel verdriet dat vergeef ik hem niet.
Nooit zal hij nog zweven,
door de kring van mijn leven.
Hem wil ik niet meer zien,
met die truttige vieze trien.
Met haar mag hij alles doen
ik ving hem nu toch maar een oen,