-----
"Klaaglied voor de klaploper"
Val maar, jongen, val maar
en vraag je af, was er ooit eerder een dag
die het zonlicht in zo'n miserabel daglicht zag?
en nu; val maar, jongen, val maar...
Je hebt de verdiensten van het klaplopen verworven
bent tussen welgestelden die gaven heen gezworven
hebt de jonge heren bijna al hun geld genomen
alleen voor jezelf, om aan rust en vrede te komen
vrede in je hart, en nu val maar, val maar hard!
Val maar, val maar, jongen
en vraag je af, was er vreugde in het spel?
vreugde die hen die gaven zei; ' kom we geven wel'?
of, jongen, ben je bij hen ópgeklommen?!
Ben je bij hen opgeklommen
slinks, behendig in het hart gesprongen
nemend, en hebt hun bron ontgonnen?
Geen hart bleef over, en hebben ze verzonnen
je meer te geven, alles dat je wou
om je huiverend van hun goedheid
te kunnen zien, wanneer je vallen zou
vallen zou van schuld, schuld en bitterheid
en hier staan ze allen, staan ze nu, geheel bereid!:
(galmend;)
'val maar, jongen, val maar(!!!)
je zult het beamen; nooit eerder was er een dag(!!!)
die het zonlicht in zo'n miserabel daglicht zag(!!!)
om jou, en nu val maar jongen, val maar!!!...'
-----