-----
"De geruststellende dingen."
De vliegjes en de enkele bei liggen stilletjes bij de tochten
van de ramen waardoorheen ze de weg naar buiten zochten
de horrendeur hebben we eruit gehaald
en de deur is vaker dicht
de zon lijkt vaker heengedaalt
al is het 's avonds langer licht.
We proberen te wennen aan dikker, zwaarder kleren
over straat trachten we alsof er geen wind is heen te scheren
de soepen en de potten die al eeuwen
de geur van thuis bij aromeren
vullen stil onze buiken als wij geeuwen
van vervulling en verder niets beweren.
De vliegjes en de enkele bei hebben we weggeveegt
wat was en wat nog komen gaat wordt in gedachten afgeweegt
voor de deuren hebben we nu ook gordeinen gedaan
tijdens de korte dagen gaan we de buiten-vogels voeren
zij schrijven laatste berichten in de lucht voortaan
met hun blij gefladder gaan ze ons gestaag vervoeren.
De Winter breekt aan
al hoeft het niet gezegt
de natuur slaakt een laatste diepe zucht
zij zal nu in het grote bedje liggen gaan
over onze bedden hebben wij donzen dekens heengelegt
en de kou vangt langzaam al elk klein gehucht.
-----