Mijn hart dwingt m'n verstand
om steeds aan je te denken
het duwt al de rest aan de kant
ik moet je al mijn aandacht schenken.
Ik zocht bescherming in je armen,
wilde vergeten waarvoor ik vluchtte
voelde jou mijn hart verwarmen
hoorde je m'n zware zuchten?
'K voel je handen m'n gezicht strelen
je adem die over mijn wangen blaast
m'n hart kloppend in m'n keel en
als een wilde raast.
Hoezeer ik me er tegen verzet
en tegen mijn gevoelens vecht
toch denk ik : Ach, nood breekt wet,
en m'n gevoelens zijn oprecht.
Maar ik kan je niet beloven
dat ik ooit verder ga dan dit
maar dat ik van je hou, moet je geloven
dat schrijf ik hier nu, zwart op wit