kruimelzoekers (welk een onmetelijk drama))))
Als we jong zijn zijn we allemaal kleinduimpjes.
Ons wezen is het elke nieuwe weg te bestrooien.
Elk ding, elk gevoel, elk gebeuren, ten alle tijden en elke richting uit, zodat wij alle nieuwe wegen eeuwig kunnen hergaan.
Langzaam wordt onze landkaart groter; wordt een stad, een land, een continent, misschien een aarde.
Als we echt jong zijn echter beginnen we met de kruimels bij mensen te leggen. Elk mens; ouder, familielid, buurtbewoner, passant.
We brengen ze vernuftig in kaart. Ingenieuze meetkundigen zijn we als we nog echt jong zijn. Maar ook erg afhankelijk.
Ik ben de weg kwijt.
De mensen op mijn weg hebben de kruimels zorgvuldig bij zich uit de buurt verwijderd en weggegooit.
Ik moet telkens helemaal terug gaan, allerlei paden; hoog, laag, dwars en overdwars. Ik ben radeloos en alles woeldt en kijkt mij aan.
Andere mensen lopen op een hele andere manier dan ik loop; zij kunnen gaan zonder bij elke pas na te hoeven denken, of twijfelen, want zij weten heel goed waar ze heen moeten en willen gaan. Ik niet.
Van radeloosheid blijft ik mijn hoofd maar naar de grond gericht.
Af en toe komt er een familielid of oude passant op mijn pad. Dan kijk ik even op en loop ik even mee. Oh, vrede...telkens na een tijdje lopen ze echter zomaar weer een andere kant op, plots en zwaaien mij totziens is men weg. Menigeen van hen geeft mij tips en route beschrijvingen mee, ook namen van personen om naar toe te gaan.
Maar het werd me steeds lastiger nog te blijven lopen een tijdje terug.
Ik loop wel die paden na, maar dan verdwaal ik weer!
Ooh, en alles lijkt nog onbegaan. En als onherbergzaamheid en misterie als een dikke grauwe mist tussen alle dalen hangt; dan lijkt het algauw of elk wezen boos is en wolf. Dan geeft elk geluid achter elke struik algauw een ware huivering.
En die wolven hebben grote tanden gekregen om mee te bijten heb ik gehoord, en in allerlei bedjes liggen zij vermomd en verscholen op je te wachten.
Enzo zoek ik in bedjes allang niet meer. Enzo loop ik op paden nauwlettend in het midden. En,och, iedereen ziet mij aan hoe verdwaald ik ben...
Zelfst wat ik zeg heeft geen richting meer.
-----