Een staan aan de grens.
Een alles hebben gedaan.
Het vinden van een onaantastbaar geluk,
de enigste wens.
Een willen doorgronden van de
ware zin van het bestaan.
Een met lege handen staan.
Met een brandend hart.
Een hart dat is verward.
En er is niets meer wat de innerlijke pijn verzacht.
Een aan de afgrond staan.
Eindeloze wegen gegaan.
Vele beproevingen doorstaan.
Een niet meer verder kunnen gaan.
Als dan de oerschreeuw weerklinkt.
En alles in een moeras van wanhoop wegzinkt.....
Dan is er mogelijkheid.
Dan snelt toe wat staat buiten de tijd.
Wat besloten ligt in de eeuwigheid.
Dan wordt de uitkomst aangeroepen.
Een aanraking.
In het hart.
De pijn die even wordt verzacht.
Het hart voor een moment tot rust gebracht.
Als die ware noodkreet weerklinkt.
Dan is er een nieuwe weg die begint.
Dan wordt een Stem wakker,
die het ware Leven bezingt.
Dat is de opening.
Als het hart open zal gaan.
Dan wordt een nieuw boek open gedaan.
En de zin van het leven meer en meer verstaan.
Dit is de ommekeer.
Dan is er geen weg terug meer.