_____
VRIJ NAAR J.C.BLOEM.
Zat ik me daar tussen die twee teven
die maar friemelend en dartelend klaar zaten
en wel deden of zij wisten van het leven
maar niet wisten hoe lelijk de maak-op op hun gelaten.
Ik stond op, haalde weer een bier
er stond éen krat nog, vrij dichtbij
en dacht; blijf ik nog even hier
of wordt het teveel alweer voor mij?
NIET TE VERZOENEN IS HET LEVEN.
TENEINDE IS DIT WELLICHT HET MEEST:
TE KUNNEN ZEGGEN: HET IS EVEN
TUSSEN TWEE STILTEN LUID GEWEEST.
Ach je weet wel hoe het gaat
je kunt gaan staren als er niets meer is
als de wens bij de avond nalaat
maar, God, wie weet er wat je mist!
Ik zette me neer op een andere plek
keek rond; zag enkelen debatteren
draaide verder en dacht; verrek!
die had ik nog niet gezien, zie hier; alles kan verkeren!
NIET TE VERZOENEN IS HET LEVEN.
TENEINDE IS DIT WELLICHT NOG HET MEEST:
TE KUNNEN ZEGGEN: HET IS EVEN
TUSSEN TWEE STILTEN LUID GEWEEST.
Ben gebleven tot ik na een uurtje voelde
teveel muziek ook kan je niet verzachten
en van te stil zitten wordt je een onderkoelde
al dat mij nog look waren verweg zijnde andere-wereld-prachten.
Ik maakte dat ik er weg kwam
fietste door de zwarte nachtelijke straten
en toen ik thuis kwam
was de voor smart alweer gezwichte geest verlaten.
NIET TE VERZOENEN IS HET LEVEN.
TENEINDE IS DIT WELLICHT NOG HET MEEST:
TE KUNNEN ZEGGEN: HET IS EVEN
TUSSEN TWEE STLITEN LUID GEWEEST.
maar, Jezus, slapen dat ik deed !
_____