Ik zocht goede raad
maar die kon jij niet geven
en dan deed ik iets verkeerd
en jij hebt me dat nooit vergeven,
dus je keerde me de rug toe
als ik om aandacht vroeg
en schelden werd je ook nooit moe
als ik me volgens jou niet goed gedroeg,
en slaan kon je als geen ander
want ik deed alles steeds verkeerd
en telkens ik je nodig had
heeft dat zich steeds weer tegen mij gekeerd.

En nu ben ik al oud genoeg
om op mijn eigen benen te blijven staan
ook al is het nog te vroeg
om thuis al weg te mogen gaan,
want ik ben nog maar zestien
maar werk al als geen één
en het geld dat ik verdien,
is van mij, en voor mij alleen,
en jij bent overbodig,
ik zal mijn slag alleen wel slaan
ik heb jou niet meer nodig
en nu zie je me plots wel staan.

(04-06-2001)