wat? wat komt er in me op als ik aan je denk?
voor mij was je door God gestuurd, als hemels geschenk
je deed me onrecht, twijfelde aan mijn liefde
ik voelde hoe pijlen van onrechtvaardigheid
mijn hart doorkliefde
wreed, meedogenloos, hard koud en kil
en iedere stem of gedachte van liefde werd stil
ik verdronk in de eenzaamheid, keek machteloos toe
hoe heeft dit kunnen gebeuren God? vertel me dan, hoe?
omdat ik niet ingreep?niet gilde of schreeuwde? stampend van woede?
of omdat mijn liefde me voor zulke stappen behoedde?
ik zo pinnig, best in staat me te verweren
maar hoe kon ik jou in Godsnaam bezeren?
ben tot veel bereid maar boos op commando word ik niet
want een woord afgedwongen doet een mens slechts verdriet
radeloos,uitgeput, moe en getergd
vind ik de plaats waar emotie zich verbergd
in wanhoop sluit ik de deur, niet wetend hoe dom
zodat ik zelf niet meer weet hoe alles begon
dan raakt een gebeuren mijn kern zo diep
en ontwaakt weer de liefde die tijdelijk sliep