Jou ogen zijn van schittering veranderd in verbittering
De kracht van jou blik is nu alleen een vaag herinnering
Niet langer meer kijk je filosofisch om je heen
Maar door zout overspoeld lijkt het ermee
De kracht van je stem waarmee je vroeger kon toveren
Is nu vastgeroest en heeft zich laten veroveren
Niet langer verwarmt elk woord van jou mijn hart
Alle mooie klanken in jou woorden zijn hard
Jou aanraking voelt nu meer als ongekend en raar
De nadruk waarmee dat gebeurt lijkt op een kapotgesprongen snaar
Misschien heb ik jou dan ook verward met een ander
Alleen we zijn hier echt met elkander.
Is het nou echt zo dat ik gewoon langs je keek
En een eigenschap verzon waar je in een onzichtbare verte niet op leek
Wie was er van ons fout en heeft een wereld van bedrog gebouwd
En gelijk heb je wanneer jij de ogen sluit en je wegdraait