Angstig zweven in de ruimte
waar je niet veel houvast vindt
is er kans van overleven
of verlies je straks een kind
brandend uit het raam gesprongen
gillend, met een helse pijn
overvallen door het noodlot
oh, wat is een mens toch klein.
Tranen rollen langs de wangen
hulpeloos, je kunt niets doen
uren worden lange dagen
alles is niet meer zo groen
confrontatie met ellende
die je nimmer had verwacht
afzien en geduldig wachten
het wordt weer een lange nacht.
Telkens wakker van geluiden
dromen over licht herstel
hopen op een heel groot wonder
maar dan gaat ineens de bel
einde van een mensenleven
nog zo jong, dus veel te vroeg
dit is nimmer te verwerken
heel veel zorgen voor de boeg.
Hoop slaat om in incasseren
't lijkt niet waar, maar het is echt
velen komen rouw betuigen
en er wordt heel veel gezegd
maar de woorden blijven steken
het verdriet stokt in je keel
even ben je van de wereld
alles wordt ineens teveel.
Bijgebracht en hulp geboden
maar je weet niet waar je bent
hechte banden der gemeenschap
waar elkéén een ieder kent
zal er ooit nog blijheid klinken
in de straten, op het plein
eeuwig zal een stempel drukken
onherstelbaar is de pijn.
Volendam, in rouw gedompeld
iedereen is heel bedroefd
vrolijkheid op slag verdwenen
en gezichten diep gegroefd
bidden om toch wat verlichting
van ondraagbaar, loodzwaar leed
omdat in een nacht vol wanhoop
alles uit je handen gleed.