ik zag jou staan.
maar jammer genoeg niet in de volle maan.
jij keek naar mij.
ik keek naar jou.
ik voelde iets en dat was voor jou.
jij met die lach zo lief.
jij bent mijn hartendief.
jij heb mij in je macht.
toen wist ik zeker.
jij bent de liefde waar op ik heb gewacht.